Bezoek gratis het Jan Visser Museum tijdens de slachtdag op zondag 24 november
Op zondag 24 november 2024 vindt de jaarlijkse ”slachtdag” plaats in het Jan Visser Museum, met als thema “VLIS VAN VRUUGER” Traditioneel werd vroeger in de maand november het huisvarken geslacht nadat het eerst zorgvuldig was vetgemest. Dan ging de slager aan het werk. Het hele varken werd gebruikt. De slager maakte worst, bloedworst, balkenbrij en zult. Ook de ribbetjes, ham en het spek werden geconserveerd.
Voor mensen die bang zijn voor een eng bloedbad; de voorbereidingen worden elders volgens de huidige regels getroffen. Een pas geslacht varken komt op de uitbeentafel, waar de museumslager Ad Wilde deskundig commentaar levert en overheerlijke vleesproducten bereid. U kunt proeven en kopen van de diverse soorten lekkernijen zoals balkenbrij, bloedworst, zult met vers gebakken brood. Het vlees wordt verkocht, t.b.v. het Jan Visser Museum.
Ook onze ambachtelijke bakkerij is tijdens deze dag in bedrijf. De geur van vers gebakken brood zal u tegemoet komen.
Op deze themadag is de toegang tot het museum gratis, een mooie gelegenheid om onze uitgebreide collectie landbouwwerktuigen, en onze verzameling brandweervoertuigen te bezichtigen.
De themadag begint om 12.00 uur en duurt tot 17.00 uur.
Het Jan Visser Museum is gelegen aan de Keizerin Marialaan 5 in Helmond.
De slachter
Hoe ging het vroeger in zijn werk
Traditioneel werd vroeger in de maand november het huisvarken geslacht nadat het eerst zorgvuldig was vetgemest. Dan ging de slachter aan het werk. Het hele varken werd gebruikt. De huisvrouw maakte worst, bloedworst, balkenbrij en zult, het was enkele dagen een behoorlijk vette bedoeling in huis.
De thuisslachter was vaak iemand die door het jaargetij geen werk had. Een dakdekker die in de koude winterperiode niets te doen had, moest toch aan de kost komen en ging dan thuisslachten.
Vroeger werden er alleen varkens geslacht. Eerst werden ze bewusteloos geslagen en daarna gekeeld. Het bloed werd opgevangen en daar werd met water, kruiden en grof roggemeel bloedworst of balkenbrij van gemaakt.
Kokend heet water werd over het dode varken gegoten waardoor het gemakkelijk met een krabber van zijn borstelige haren ontdaan kon worden. Hierna werd het varken aan de achterpoten opgehangen aan een ladder die schuin tegen de muur stond. Dan werd de buik open gesneden en werden de ingewanden eruit gehaald. Het varken aan de ladder moest afsterven. Van vleeskeuring was toen nog geen sprake.
Vaak werd er een borreltje gedronken op de goede afloop.
De darmen werden er zorgvuldig schoongemaakt. Later werden de darmen dan gevuld met gemalen vlees, er werd verse worst van gemaakt of om te laten drogen of te roken of om te bakken.
De volgende dag werd het vlees gesneden alles, ( behalve de karbonades, en het fijne haasje deze laatste moesten naar de pastoor gebracht worden en de hersenen naar het hoofd der school) werd in houten kuipen ingezouten en weggezet (gepekeld). Na 3 of 4 weken werd het zout weggespoeld en kon het vlees worden gedroogd en in de schoorsteen worden gerookt.